Maatregelen rondom Corona

Gepubliceerd: 06-04-2020, laatst gewijzigd: 15-04-2020

1. Extra ondersteuning zelfstandig ondernemers

Het kabinet stelt een tijdelijke, versoepelde regeling in om zelfstandige ondernemers, waaronder zzp’ers, te ondersteunen zodat zij hun bedrijf kunnen voortzetten. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten. Zelfstandigen kunnen voor een periode van drie maanden, via een versnelde procedure, aanvullende inkomensondersteuning krijgen voor levensonderhoud. Deze vult het inkomen aan tot het sociaal minimum en hoeft niet worden terugbetaald. Er is in deze tijdelijke bijstandsregeling voor zelfstandig ondernemers geen sprake van een vermogens- of partnertoets. De regeling loopt (voorlopig) tot 1 juni 2020. Ondersteuning volgens deze tijdelijke regeling is ook mogelijk in de vorm van een lening voor bedrijfskapitaal, tegen een verlaagd rentepercentage.

Inmiddels is de regeling verder uitgewerkt in een Kamerbrief (27-03-2020, 2020-0000046098). Als bijlage daarbij zijn ook de Kaders omtrent de tijdelijke ondersteuningsregeling voor zelfstandige ondernemers gepubliceerd. Deze vindt u onderaan deze bijdrage.

Regeling
Net als bij grote ondernemingen wil het kabinet zelfstandige ondernemers ondersteunen, zodat zij daarna hun bedrijf kunnen voortzetten. Ondersteuning kan worden aangevraagd in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of voor bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. Op een lening voor bedrijfskapitaal kan een beroep worden gedaan om liquiditeitsproblemen op te lossen.

De tijdelijke regeling is geënt op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Deze tijdelijke regeling bevat de volgende elementen:

  • De toets op levensvatbaarheid die het Bbz kent wordt niet toegepast, waardoor een snelle behandeling van aanvragen mogelijk is;
  • Daarmee wordt binnen 4 weken voor een periode van maximaal 3 maanden inkomensondersteuning voor levensonderhoud verstrekt. Nu kan dat 13 weken duren. Daarbij kan er met voorschotten worden gewerkt;
  • De hoogte van de inkomensondersteuning is afhankelijk van het inkomen en de huishoudsituatie maximaal ca. € 1500 per maand (netto);
  • Deze versnelde procedure geldt ook voor aanvragen voor een lening voor bedrijfskapitaal tot maximaal € 10.157,-;
  • De inkomensondersteuning voor levensonderhoud wordt ‘om niet’ verstrekt; de ondernemer weet dus zeker dat deze niet later terugbetaald hoeft te worden. Er is in deze tijdelijke regeling geen sprake van een vermogens- of partnertoets;
  • Bij de verstrekking van een lening voor bedrijfskapitaal wordt een mogelijkheid tot uitstel van de aflossingsverplichting opgenomen;
  • Bij de verstrekking van een lening voor bedrijfskapitaal zal een lager rentepercentage dan thans in het Bbz geldt worden gehanteerd.

Indien een ondernemer naast zijn onderneming nog werkzaam is in loondienst, dan heeft dit invloed op de hoogte van de uitkering. Deze bijstandsregeling is namelijk een aanvulling op het inkomen tot aan het sociaal minimum (bijstandsniveau). Dus wanneer de inkomsten uit loondienst hieronder liggen, zal worden aangevuld tot bijstandsniveau.

Twee vormen
Ondersteuning op grond van de Tozo kan worden aangevraagd in de vorm van een bijstandsuitkering voor levensonderhoud én in de vorm van een lening voor bedrijfskapitaal.

  1. Aanvullende uitkering voor levensonderhoud (algemene bijstand): vanuit de regeling wordt het inkomen van de zelfstandige aangevuld tot het sociaal minimum dat op de zelfstandige van toepassing is. Dat komt neer op maximaal € 1.500 (netto) voor gehuwden, of maximaal € 1.050 (netto) voor een alleenstaande vanaf 21 jaar. De maximale uitkeringsduur is drie maanden. Om in aanmerking te kunnen komen voor deze uitkering dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren dat het inkomen naar verwachting in de periode van ondersteuning minder zal bedragen dan het toepasselijke sociaal minimum als gevolg van de coronacrisis. Omdat de uitkering een inkomensaanvulling is tot het toepasselijke sociaal minimum, wordt de hoogte ervan afgestemd op de te verwachten inkomsten van de aanvrager. Vervolgens kan de uitkering in één keer worden toegekend voor een periode van maximaal drie maanden. De uitkering wordt maandelijks uitbetaald en telt mee voor het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen. Ontvangers van een uitkering zijn verplicht om wijzigingen in hun inkomenssituatie uit zichzelf door te geven. Achteraf controleren gemeenten het daadwerkelijk genoten inkomen.
  2. Lening voor bedrijfskapitaal: vanuit de regeling kan een zelfstandige een lening afsluiten van maximaal € 10.157 tegen een rente van 2%. De maximale looptijd van een lening is drie jaar. Tot 1 januari 2021 hoeft er nog niet te worden afgelost. Om in aanmerking te kunnen komen voor een lening dient een zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis.


Voor wie geldt deze nieuwe regeling?
De extra tijdelijke ondersteuning voor gevestigde ondernemers is gemaakt voor zelfstandig ondernemers die in de knel komen door de coronacrisis. Voor hen heeft het kabinet financiële ondersteuning beschikbaar gesteld. Het kabinet doet een moreel appel op ondernemers om zich alleen in die situatie te melden. Zo voorkomt men onbedoeld gebruik van publieke middelen en onnodige druk op de uitvoering.

Meer specifiek gelden de volgende eisen:

  • gevestigde zelfstandigen, vanaf 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd;
  • woonachtig en rechtmatig verblijvend in Nederland;
  • Nederlander of daarmee gelijkgesteld;
  • het bedrijf of zelfstandig beroep wordt in Nederland uitgeoefend; grensgevallen waarbij men in Nederland woont maar in Duitsland een onderneming drijft worden nog onderzocht. Het kabinet zal nagaan in welke mate ondersteuning van dergelijke ondernemers noodzakelijk is. Dit zal mede afhangen van de ondersteuning die zij ontvangen in het land van vestiging van hun bedrijf.
  • voldoet aan wettelijke vereisten voor de uitoefening van het eigen bedrijf, waaronder ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Deze inschrijving moet gedaan zijn vóór 17 maart 2020,de datum waarop deze regeling is aangekondigd;
  • is vóór 1 januari 2020 gestart met de onderneming en voldoet aan het urencriterium, d.w.z. minimaal 1.225 uur per jaar werkzaam in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep; Is een ondernemer nog geen jaar geleden gestart met het bedrijf dan dient men in de periode voor 1 maart 2020 gemiddeld minimaal 24 uur per week in/aan het bedrijf gewerkt te hebben. Uren ten behoeve van administratie en acquisitie tellen hier ook onder.
  • woonachtig in de gemeente, waar aanvullende inkomensondersteuning wordt aangevraagd.

Geen vermogenstoets, geen toetsinkomen partner
Het streven naar eenvoud heeft in deze uitzonderlijke omstandigheden ook tot gevolg dat er, anders dan bij de reguliere bijstand, niet op huishoudniveau wordt gekeken of er sprake is van onvoldoende middelen van bestaan. Er is geen toets op het inkomen van de echtgenoot of partner en ook geen vermogenstoets. Dit impliceert dat er zich situaties kunnen voordoen waarin formeel gezien sprake is van een recht op ondersteuning op grond van deze regeling, maar waarin er materieel gezien geen reden is om een beroep te doen op de regeling. Zoals eerder is aangegeven doet het kabinet een nadrukkelijk appel op mensen die de extra ondersteuning niet nodig hebben om af te zien van een aanvraag. Dit ontlast de uitvoering en draagt bij aan een doelmatige besteding van publieke middelen. Het draagt eraan bij dat juist de ondernemers die het echt nodig hebben snel van hulp kunnen worden voorzien.

Ook voor DGA
Ook een directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap kan in principe een beroep doen op de tijdelijke regeling, als deze voldoet aan de wettelijke eisen: het urencriterium, er moet sprake zijn van volledige zeggenschap en van het dragen van de financiële risico’s. Ook dient de DGA naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat zijn/haar B.V. nu geen salaris kan uitbetalen.

Aanvraag
De regeling is tijdelijk en geldt voor drie maanden (maart, april en mei 2020). Een aanvraag voor levensonderhoud kan tot en met 31 mei 2020 worden ingediend. De uitkering voor levensonderhoud duurt maximaal drie maanden. Een aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 maart 2020. Terugwerkende kracht is mogelijk voor alle aanvragen die zijn ingediend binnen de looptijd van de regeling (1 maart tot en met 31 mei 2020).

Zoals reeds opgemerkt loopt de aanvraag van deze ondersteuning via de gemeente waar de ondernemer woonachtig is. De meeste gemeenten hebben inmiddels een aanvraagformulier op hun site gepubliceerd. Daarmee kan de ondernemer zich aanmelden voor de regeling. Vervolgens zal de desbetreffende gemeente contact opnemen voor de verdere uitwerking van de aanvraag.

De gemeente moet na kunnen gaan of de ondernemer recht heeft op de tijdelijke regeling. Er zal bijvoorbeeld gevraagd kunnen worden naar de inschrijving bij de KvK en naar een ID-bewijs. Verder heeft de gemeente informatie nodig over de samenstelling van het huishouden en kan dus vragen of de ondernemer een partner heeft en/of inwonende kinderen. Waarschijnlijk zal er ook informatie gevraagd worden over de onderneming, bijv. in welke sector deze actief is en of er personeelsleden werkzaam zijn.

Inlichtingenplicht
De inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet is ook van toepassing op de Tozo. Dat betekent dat degene die een beroep doet op de regeling verplicht is om uit zichzelf aan de gemeente alle inlichtingen te verstrekken die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om wijzigingen in de inkomenssituatie van de zelfstandige. Indien hiertoe aanleiding bestaat, past de gemeente de uitkering aan of zet de uitkering stop. Gemeenten zijn verplicht om bij fraude de toegekende bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen. Voor het overige geldt voor gemeenten een terugvorderingsbevoegdheid.

Kaders Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers

In de Kamerbrief van 27 maart 2020 (nr. 2020-0000046098) heeft het kabinet de Kaders van deze nieuwe regeling uiteengezet. U vindt deze hieronder. Enkele opvallen zaken hieruit zijn:

  • De uitkering telt gewoon mee voor het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen;
  • Gemeenten zijn verplicht bij fraude de toegekende bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen;
  • Er kan samenloop zijn met de EZK-regeling ‘noodloket’ (gift 4.000 euro ten behoefte van bedrijfskosten; dit betreft geen inkomenssteun). Deze 4.000 euro wordt niet verrekend met de uitkering.

Kaders Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers

  • Het kabinet stelt een tijdelijke, versoepelde regeling in om zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers, te ondersteunen zodat zij hun bedrijf kunnen voortzetten.
  • De ingangsdatum van de regeling werkt terug tot en met 1 maart 2020. Terugwerkende kracht is mogelijk voor alle aanvragen die zijn ingediend binnen de looptijd van de regeling (maart t/m mei 2020).
  • De regeling is tijdelijk en geldt voor drie maanden. Een aanvraag kan tot en met 31 mei 2020 worden ingediend voor maximaal drie maanden.
  • De regeling wordt een nieuwe amvb op basis van artikel 78f van de Participatiewet, naast het huidige Bbz.
  • De regeling is geënt op de systematiek van het Bbz. In afwijking van het Bbz is er echter:
  • geen eis van levensvatbaarheid van het bedrijf;
  • geen vermogenstoets;
  • geen toets op het inkomen van de partner.
  • In afwijking van de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet wordt de kostendelersnorm niet toegepast.
  • De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten.
  • De doelgroep bestaat uit zelfstandigen (w.o. zzp’ers). Zelfstandigen dienen de voldoen aan de volgende eisen:
  • in Nederland woonachtig zijn en het bedrijf is in Nederland gevestigd (of de hoofdzakelijke werkzaamheden vinden in Nederland plaats);
  • voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek (minimaal 1.225 uur per jaar ofwel 24 uur per week werkzaam als zelfstandige);
  • voor 17 maart 2020 bedrijfsmatig actief zijn geweest als zelfstandige en ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel.

Vanuit de regeling kan beroep worden gedaan op twee voorzieningen:

  1. Bijstand voor levensonderhoud (algemene bijstand).
    Het inkomen van de zelfstandige wordt aangevuld tot het toepasselijke sociaal minimum (netto
    € 1.500 voor gehuwden en netto € 1.050 voor een alleenstaande, alsmede de gebruikelijke, lagere bijstandsnormen voor jongeren van 18 tot 21 jaar).

Maximale uitkeringsduur is drie maanden.

De uitkering voor levensonderhoud wordt in één keer voor drie maanden toegekend en wordt per maand uitbetaald. Om in aanmerking te kunnen komen dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren dat naar verwachting het inkomen in de komende drie maanden minder zal bedragen dan het toepasselijke sociaal minimum als gevolg van de coronacrisis. Hieruit volgt dat het inkomen vooraf niet wordt getoetst. De uitkering telt gewoon mee voor het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen.


  1. Bijstand ter voorziening in de bedrijfskapitaalbehoefte.
    De zelfstandige kan een lening afsluiten van maximaal € 10.157 met een rente van 2%. Maximale looptijd van de lening is drie jaar. Tot 1 januari 2021 behoeft er nog niet te worden afgelost.

Om in aanmerking te kunnen komen dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis.

  • Met betrekking tot de verstrekking van een lening voor bedrijfskapitaal kunnen zich grensgevallen voordoen, bijvoorbeeld als het bedrijf in Nederland is gevestigd en de ondernemer in het buitenland woont.
  • De inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet is van toepassing op de regeling. Dit betekent dat degenen die een beroep doen op de regeling verplicht zijn om uit zichzelf aan de gemeente alle inlichtingen te verstrekken, die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering. Indien hiertoe aanleiding bestaat, past de gemeente de uitkering aan.
  • Voor inkomensondersteuning moet de zelfstandige aangeven - dat zij verwachten - dat als gevolg van de coronacrisis het inkomen de komende drie maanden minder zal zijn dan het sociaal minimum. Wanneer dit achteraf anders blijkt te zijn moet de zelfstandige dit uit zichzelf doorgeven aan de gemeente en vindt er verrekening plaats.
  • Gemeenten zijn verplicht bij fraude de toegekende bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen. Voor het overige geldt voor gemeenten een terugvorderingsbevoegdheid. Achteraf zal worden gecontroleerd.
  • Gemeenten worden volledig financieel gecompenseerd voor de uitkeringskosten en uitvoeringskosten van de regeling.
  • Er kan samenloop zijn met de EZK-regeling ‘noodloket’ (gift 4.000 euro ten behoefte van bedrijfskosten; dit betreft geen inkomenssteun). Deze 4.000 euro wordt niet verrekend met de uitkering.
  1. Tegemoetkoming van € 4.000 voor ondernemers in getroffen sectoren (Noodloket / TOGS-regeling)
    Deze tegemoetkoming betreft 1 van de in totaal 9 noodmaatregelen van het kabinet om ondernemers, zzp-ers en bedrijven te ondersteunen tijdens de coronacrisis.

Deze regeling ‘Tegemoetkoming voor ondernemers in getroffen sectoren’ (kortweg: TOGS-regeling, voorheen het Noodloket genoemd) is beschikbaar voor ondernemers die directe schade ondervinden van diverse kabinetsmaatregelen om het COVID-19 virus in te dammen. Gedupeerde ondernemers, zzp-ers en bedrijven kunnen op basis van deze regeling een eenmalige tegemoetkoming van €4.000 ontvangen en mogen dan zelf bepalen waar dat geld aan wordt besteed. Het bedrag is een eenmalige gift van het kabinet, met oog op vaste lasten die betaald moeten blijven worden, terwijl inkomsten teruglopen of stilvallen.

Aanvraag
De TOGS is aan te vragen via de RVO. De regeling staat open voor aanvragen t/m vrijdag 26 juni 17.00 uur. Er is voldoende budget beschikbaar.

Let op: momenteel technische problemen m.b.t. de aanvraag
Op dit moment is de aanvraag wegens technische problemen niet goed mogelijk.
RVO doet er alles aan om dit zo snel mogelijk op te lossen. Op www.rvo.nl wordt bekend gemaakt zodra de aanvraag weer mogelijk is.

Leeswijzer
Hieronder vindt u informatie over het aanvraagproces: van voorbereiden en aanvragen, tot wat er na uw aanvraag gebeurt.
Ook treft u de voorwaarden aan die van toepassing zijn, alsmede nadere informatie met betrekking tot enkele voorwaarden.

Uw aanvraag voorbereiden
De aanvraag is uitsluitend online mogelijk en kunt u dus vanuit huis doen. Een aantal KvK-gegevens wordt automatisch ingevuld. Deze moet u controleren. Verzamel vooraf alle benodigde gegevens. Voor uw aanvraag heeft u nodig:

1) een eHerkenningsmiddel niveau 1 (of hoger) of DigiD;
2) het KvK-nummer van uw onderneming (let op: niet het vestigingsnummer/RSIN);
3) de SBI-code van de hoofdactiviteit van uw onderneming;
4) het bankrekeningnummer van uw onderneming;
5) het correspondentie- en bezoekadres van uw onderneming;
6) uw contactgegevens: naam, telefoonnummer, e-mailadres.

eHerkenning
Voor het indienen van uw aanvraag heeft u eHerkenning niveau 1 (of hoger) of DigiD nodig. De aanvraag voor een eHerkenningsmiddel niveau 1 kan vaak al binnen een dag afgerond zijn en is een jaar geldig. Er zijn meerdere leveranciers en aan de aanvraag zijn eenmalig kosten verbonden. De kosten variëren per leverancier. Er is geen spoedaanvraag nodig. Zie ook het stappenplan op eHerkenning.nl.

Machtiging
Maakt u gebruik van een intermediair om de aanvraag in te dienen? Dan heeft u hiervoor een machtiging nodig. Dit kan met het machtigingsformulier op www.rvo.nl. De machtiging hoeft u niet mee te sturen met de aanvraag. RVO kan deze opvragen bij controles.

Na de aanvraag
RVO probeert binnen 2 weken een besluit te nemen. Na een positief besluit volgt de betaling binnen een paar werkdagen uit. Als de besluitvorming langer duurt dan 2 weken, dan krijgt u daarover tijdig bericht van RVO.

RVO toetst met de Kamer van Koophandel of de aanvraag aan de voorwaarden voldoet. Daarbij wordt uitgegaan van de gegevens in het Handelsregister op 15 maart 2020. Via de Kamer van Koophandel wordt een faillissementscontrole uitgevoerd.

Controle en handhaving
RVO controleert de aanvragen achteraf, ook als deze via een intermediair lopen. Als daarbij blijkt dat de tegemoetkoming ten onrechte is verstrekt, dan herziet RVO het uitbetaalde bedrag of vordert dat terug. Dat kan tot 5 jaar na de uitbetaling van de tegemoetkoming.

Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de Tegemoetkoming, moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:

1) Uw onderneming is voor 15 maart 2020 opgericht en ingeschreven in het KvK Handelsregister.
2) In uw onderneming werken maximaal 250 personen. Dit blijkt uit de inschrijving in het KvK Handelsregister.
3) De hoofdactiviteit van uw onderneming is op 15 maart 2020 bij de Kamer van Koophandel geregistreerd onder een van de vereiste SBI-codes. Zie het overzicht op www.rvo.nl. Daar vindt u ook een ‘zoektool SBI-codes’. Vanaf 30 maart is de regeling ook beschikbaar voor bepaalde groepen ondernemers in de non-food sector. Dit moet nog verwerkt worden in de zoektool.
4) Uw onderneming heeft een fysieke vestiging in Nederland. Dit vestigingsadres is geregistreerd in het KvK Handelsregister.
5) Niet-horecaondernemingen verklaren ten minste één vestiging met een ander adres te hebben dan het privéadres van de eigenaar/eigenaren. Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren dus niet gelijk zijn aan het vestigingsadres.
Als sprake is van een horecaonderneming, dan mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren wel gelijk zijn aan vestigingsadres. Het gaat om de horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30. Zij verklaren in elk geval één horecagelegenheid te huren, pachten of in eigendom te hebben.
6) De tegemoetkoming is eenmalig € 4.000 per onderneming.
De tegemoetkoming geldt dus niet per vestiging.
7) U geeft bij de aanvraag een bankrekeningnummer op dat op naam van de onderneming staat.
8) Uw onderneming is niet failliet. Ook heeft de onderneming geen verzoek tot verlening van surseance van betaling ingediend bij de rechtbank.
9) U verklaart in de periode van 16 maart 2020 t/m 15 juni 2020 een omzetverlies te verwachten van ten minste € 4.000.
10) U verklaart in de periode van 16 maart 2020 t/m 15 juni 2020 ten minste € 4.000 aan vaste lasten te verwachten, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen.
11) U verklaart dat u over het huidige en de afgelopen 2 belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan overheidssteun heeft ontvangen. Deze voorwaarde vloeit voort uit de Europese ‘De-minimisverordening’ (zie hierna). Heeft uw onderneming het gehele bedrag van € 200.000 anderszins al gehad, dan komt u niet in aanmerking voor deze regeling.
12) Uw onderneming verklaart geen overheidsbedrijf te zijn.

Voor wie is de TOGS-regeling bedoeld?
Ondernemers en bedrijven in onderstaande sectoren kunnen aanspraak maken op de tegemoetkoming. Het gaat om ondernemers en bedrijven die directe gevolgen ondervinden van de maatregelen van het kabinet om het coronavirus te bestrijden:

  • Eet- en drinkgelegenheden: o.a. restaurants, cafetaria, eventcatering, cafés
  • Haar- en schoonheidsverzorging: o.a. kappers, pedicures, visagisten
  • Evenementenlocaties en organisatoren
  • Sauna’s, solaria, zwembaden, fitnesscentra, sportclubs en sportevenementen
  • Bepaalde private culturele instellingen, zoals musea, circussen, theaters, schouwburgen, bioscopen en instellingen voor cultureel onderwijs
  • Rijschoolhouders
  • De reisbranche, zoals reisbemiddelingsbureaus en reisorganisatoren
  • Casino’s

Deze sectoren hebben te maken met gedwongen sluiting van eet- en drinkgelegenheden en evenementen, het verbod op contactberoepen op het gebied van uiterlijke verzorging en annuleringen in de reisbranche vanwege het ‘alleen-noodzakelijke reizen’ advies voor Nederlanders.

Het gaat hierbij om ondernemingen die zijn gevestigd buiten de woning. De enige uitzondering vormen eet- en drinkgelegenheden, bijvoorbeeld een café waar de eigenaar, huurder of pachter boven woont.

Uitbreiding regeling vanaf 30 maart
Bepaalde groepen ondernemers in de non-food sector, zoals winkeliers, kunnen vanaf maandag 30 maart 2020 ook gebruik maken van deze regeling. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft deze uitbreiding op 28 maart bekend gemaakt vanwege de recente acute, negatieve ontwikkelingen van winkelomzetten. Ondernemers in de sector non-food kunnen weliswaar openblijven, maar zien hun inkomsten sterk teruglopen door de noodzaak tot social distancing.

SBI-code
De tegemoetkoming wordt toegekend op basis van de SBI-code van uw hoofdactiviteit.
Bij de aanvraag van de tegemoetkoming moet u daarom de SBI-code van uw hoofdactiviteit selecteren.

Wie een onderneming inschrijft bij de Kamer van Koophandel, krijgt daarbij een SBI-code (standaard bedrijfsindeling). Deze code vertelt iets over de economische activiteit van het bedrijf of de onderneming. Andere bedrijven gebruiken deze informatie, bijvoorbeeld om klanten te zoeken. De overheid gebruikt de SBI-codes om beleid te maken. Het is aan ondernemers zelf om de SBI-code te wijzigen bij KvK als de SBI-code onjuist is, of als de bedrijfsactiviteiten veranderen. Iedereen die voor 15 maart ingeschreven stond in het handelsregister, valt onder de SBI code die er toen stond.

Waar vindt u uw SBI-code?
- Via de Kamer van Koophandel kunt u uw SBI-code hoofdactiviteit opvragen, maar u kunt ook gebruik maken van de ‘zoektool SBI-codes’ op www.rvo.nl.
- De SBI-code van uw hoofdactiviteit staat in het Uittreksel Handelsregister van uw KVK-inschrijving. Heeft u meerdere (neven)activiteiten? De hoofdactiviteit is altijd de bovenste code.
- Als eenmanszaak kunt u uw gegevens gratis bekijken op de website van de Kamer van Koophandel.
- Als u gebruiker bent van de KvK HR app, dan zijn de eerste 30 inzagen per jaar gratis.

Verkeerde SBI-code
U kunt de SBI-code niet met terugwerkende kracht wijzigen om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming. Denkt u recht op de tegemoetkoming, maar staat u geregistreerd onder een andere SBI-code in het Handelsregister? Dan kunt u dit melden bij RVO. Per situatie kijkt RVO dan naar de registratie. Over de manier waarop u dit kunt melden aan RVO volgt nog nader bericht op www.rvo.nl.

Ontbrekende SBI-codes
RVO krijgt signalen binnen van ondernemers die vinden dat hun SBI-codes (branche/sector) ontbreken in de vastgestelde lijst. RVO brengt die codes onder de aandacht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vul daarom op www.rvo.nl het formulier ‘signaal ontbrekende SBI-codes’ in als u meent dat uw code onterecht ontbreekt in de lijst.

Zaak in eigen huis
Ondernemers met een zaak in hun eigen huis komen niet voor deze regeling in aanmerking. Er is een fysieke inrichting buiten het eigen huis nodig waar werkzaamheden worden verricht. De regeling is namelijk bedoeld voor ondernemers die hun vaste lasten moeilijk, of niet meer, kunnen betalen vanwege maatregelen die getroffen zijn door het coronavirus. Er geldt één uitzondering, namelijk voor eet- en drinkgelegenheden, bijvoorbeeld een café waar de eigenaar, huurder of pachter boven woont.

U voldoet niet aan de voorwaarden
De regeling staat nog open tot 26 juni. Tot die tijd kunnen de voorwaarden voor deze regeling naar gelang de omstandigheden mogelijkerwijs nog aangepast worden.
Maar kijk ondertussen dan ook of uw onderneming in aanmerking komt voor een van de andere regelingen uit het pakket met maatregelen.

De-minimisverordening
Op grond van de Europese ‘de-minimisverordening’ mogen overheden ondernemingen over een periode van 3 belastingjaren tot maximaal € 200.000 staatssteun geven. Bij overschrijding van dit bedrag is er sprake van ongeoorloofde staatssteun, die op basis van de Europese regels dan teruggevorderd moet worden.
Hierdoor moet u verklaren dat via de uitbetaling van de tegemoetkoming van € 4000 aan uw onderneming of bedrijf de maximumgrens niet wordt overschreden. Zie voor meer informatie webform.rvo.nl.

  1. Verruiming regeling Garantie Ondernemersfinanciering (GO-regeling)
    MKB’ers en grote bedrijven die moeite hebben om bankleningen en –garanties te krijgen kunnen gebruikmaken van deze regeling. Het garantieplafond is verhoogd van € 400 miljoen naar 1,5 miljard. Met de GO geeft de overheid een 50% garantie op bankleningen en bankgaranties. De GO-regeling hanteert een ondergrens van 1,5 miljoen euro. Het maximum per onderneming ligt tijdelijk op 150 miljoen euro in plaats van op 50 miljoen. Door deze verhogingen ontstaan ruimere financieringsmogelijkheden voor bedrijven.

Uitgesloten zijn o.a. landbouwbedrijven, bepaald onroerend goed en bedrijven in de gezondheidszorg voor zover die vallen onder de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.

Aanvraag
Om voor de regeling in aanmerking te komen, moet er een financieringsaanvraag met o.a. een exploitatiebegroting en financieringsplan bij een erkende bank worden ingediend. De geaccrediteerde financiers staan vermeld op de website van RVO. Als de bank de financieringsaanvraag goedkeurt en de aanvraag voor de GO-regeling in aanmerking komt, dan vraagt de bank de GO-regeling bij RVO aan.

Nadere informatie
Voor deze regeling is een informatieloket bij RVO geopend met het volgende speciale telefoonnummer: 088-0422500.

  1. Rentekorting kleine ondernemers op microkredieten Qredits
    Financier Qredits heeft in de afgelopen jaren ongeveer 20.000 starters en/of ondernemers uit het kleinbedrijf gefinancierd. De financier is de op Nederlandse markt uniek als verstrekker van microkredieten en heeft als Stichting een ideëel doel en een aanpak die anders is dan reguliere banken.

Uitstel van aflossing en rentekorting
Qredits komt bestaande klanten die geraakt worden door de coronacrisis tegemoet in het dragen van hun financieringslasten en verleent maximaal 6 maanden uitstel van aflossing. De rente gaat in die periode omlaag naar 2%.

De maatregel is bedoeld om kleine ondernemers in bijvoorbeeld de horeca, detailhandel, persoonlijke verzorging, bouw en zakelijke dienstverlening te ondersteunen. Deze maatregel geldt uitsluitend voor coronagerelateerde aanvragen. Qredits zal hiervoor een adequate toets ontwikkelen. Verwacht wordt dat hiermee 3.000 tot 6.000 ondernemingen kunnen worden gefaciliteerd om de huidige ongewisse economische malaise het hoofd te bieden.
Kleine ondernemers en zzp’ers die nog geen krediet hebben bij Qredits, kunnen er terecht voor het aanvragen van een lening of overbruggingskrediet als gevolg van de coronacrisis.

  1. Banken geven MKB uitstel op rente en aflossing lening
    Diverse banken hebben aangekondigd om kleinere ondernemers te ontzien.
    Kleinere ondernemingen die in de kern gezond zijn, krijgen maximaal zes maanden uitstel van aflossing op hun lopende leningen tot 2,5 miljoen euro. Het gaat om klanten van ABN AMRO, ING, Rabobank, de Volksbank en Triodos Bank.

Uitstel over de periode april tot en met september
Deze maatregel heeft als doel om kleinere ondernemingen wat lucht te geven en is bedoeld als aanvulling op het noodpakket dat het kabinet heeft getroffen. In april tot en met september worden voor deze bedrijven geen betalingen voor aflossing en rente geïncasseerd. Zij kunnen deze termijnen later voldoen.

De banken zijn nog in gesprek over maatregelen voor grotere bedrijven, met een financiering van boven de 2,5 miljoen euro. De banken zeggen ook consumenten te willen helpen die door wegvallende inkomsten tijdelijk minder financiële ruimte hebben om bijvoorbeeld aan hypotheeklasten te voldoen. De NVB roept deze mensen op bij hun bank aan te kloppen: ‘’Banken bieden daarbij maatwerk zodat voor elke klantsituatie de best passende oplossing wordt geboden.’’.

  1. Borgstelling voor land- en tuinbouwbedrijven (BL)
    Voor land- en tuinbouwbedrijven die in liquiditeitsproblemen komen, geldt een tijdelijke gunstiger borgstelling voor werkkapitaal onder de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL). De visserijsector kan op dit moment geen gebruik maken van deze regeling.

Let op
Voor agrarisch ondernemers (inclusief de visserijsector en aquacultuur) in Caribisch gebied geldt de – eveneens verruimde regeling Borgstelling MKB-kredieten (BMKB).

Hoe werkt de BL
1. Met BL kunt u een overbruggingskrediet financieren tot het maximale borgstellingskrediet per bedrijf van € 1,2 miljoen (€ 2,5 miljoen bij GL- of BL-plus lening). Heeft u die maximale ruimte van het openstaande of actuele borgstellingskrediet bijna of helemaal benut? U kunt bovenop het actuele borgstellingskrediet nog tot een maximum van € 300.000 aan BL-krediet financieren.
2. De maximale looptijd van het BL-krediet is 8 kwartalen.
3. U kunt het krediet lineair aflossen, dit mag ook ineens aan het einde van de looptijd.
4. Voor een starter/overnemer is de provisie 1% en bij andere bedrijven 3%.
5. De borgstelling is 70%.

Aanvragen
U vraagt het BL niet zelf aan, dit doet uw bank of financier.

  1. Verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
    Om mkb-ondernemers die door de coronacrisis zijn getroffen te helpen, zijn de regels voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) versoepeld. Deze aangepaste regeling wordt de BMKB-C genoemd. Met de maatregel kunnen bedrijven onder gunstigere voorwaarden geld lenen bij de bank, bijvoorbeeld om de dagelijkse betaalverplichtingen te kunnen blijven voldoen, rekeningen te kunnen betalen en betalingsachterstanden weg te werken. Deze regeling is ook opengesteld voor overbruggingskredieten en rekening-courantkredieten met een looptijd tot twee jaar. Financiers (met name banken) kunnen daardoor gemakkelijker en sneller het krediet verruimen bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (MKB).
    De BMKB is bestemd voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers (fte) met een jaaromzet tot 50 miljoen euro of een balanstotaal tot 43 miljoen euro. De overheid staat dan voor een deel garant voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar aan de financier (met name banken) niet genoeg zekerheden kan bieden.

Waarvoor kan de BMKB benut worden?
De BMKB kan benut worden door bedrijven voor overbruggingskrediet of verhoging van hun rekening courant-krediet, oftewel het bedrag dat zij ‘rood mogen staan’. Dit kan van belang zijn voor kleinere ondernemers die inkomsten of productie mislopen door het coronavirus.
Door de verruimde voorwaarden kan een ondernemer makkelijker lenen en tot een hoger bedrag.

MKB
De BMKB is toegankelijk voor bedrijven die vallen onder de mkb-definitie. Het grootbedrijf valt hier buiten, evenals natuurlijke personen. Bepaalde bedrijfsgroepen en financieringsdoelen zijn tevens uitgesloten van de borgstellingsregeling, zoals bijvoorbeeld landbouw, visserij, publieke gezondheidzorg, bedrijven in de financiële sector en vastgoed. Voor boeren en tuinders met liquiditeitsproblemen kan de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) uitkomst bieden.

ZZP-ers
ZZP’ers kunnen ook gebruik maken van de BMKB. ZZP’ers hebben echter doorgaans een minder grote financieringsbehoefte en maken er dan ook minder gebruik van.

Wat houdt de regeling in?

  • De overheid staat borg voor 90% van het geleende bedrag. 75% van een overbruggingskrediet kan met BMKB worden gefinancierd (was 50%).
  • De persoonlijke borg van de ondernemer is verlaagd van 25% naar 10%.
  • Het kredietdeel voor risico van de bank kan in de vorm van een nieuwe lening, een nieuw rekening-courantkrediet (rood staan) of een verhoging van een bestaand rekening courant krediet.
  • Het maximale krediet is vastgesteld op 1,5 miljoen euro.
  • De maximale looptijd van het BMKB krediet is 8 kwartalen.
  • De manier van aflossen is ter keuze van de bank. De opties zijn:
    • lineair (elke keer hetzelfde bedrag + rente over het openstaande bedrag), eventueel met aflossingsvrije periode;
    • ineens, aan het einde van de looptijd.
  • De toets op een tekort aan zekerheden is bij inzet BMKB niet aan de orde.

Aanvraag
Ondernemers moeten zich voor deze regeling melden bij hun kredietverstrekker. De BMKB-aanvraag loopt via een geaccrediteerde financier, veelal een bank. De geaccrediteerde financiers staan vermeld op de website van RVO. Banken kunnen aanmeldingen voor de verruimde BMKB doen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Meer informatie over deze regeling is te verkrijgen via het adviesteam van de Kamer van Koophandel, 0800 - 2117.

Dienstverlening van de bank
Ondernemers kunnen met vragen en klachten over hun aanvraag terecht bij de financier waar ze de aanvraag hebben ingediend. De dienstverlening van de bank aan mkb-klanten valt onder de gedragscode Kleinzakelijke financieringen voor reguliere financieringen. In deze gedragscode zijn afspraken opgenomen over wat ondernemers mogen verwachten van de dienstverlening van de bank. Hier staat bijvoorbeeld in dat de bank het besluit om niet te financieren motiveert en feedback geeft aan de ondernemer. Ook staat in de gedragscode dat de bank doorverwijst wanneer zij beoordeelt dat dit in het belang van de klant is. Bij een klacht, kunnen ondernemers terecht bij: https://www.kifid.nl/klacht-indienen/.

Caribisch gebied
Alleen in Caribisch Nederland staat de BMKB ook open voor agrarische ondernemers, inclusief de visserijsector en aquacultuur. In Europees Nederland kunnen agrarische ondernemers aanspraak doen op het – eveneens verruimde regeling Borgstelling voor Land- en tuinbouwbedrijven (BL-krediet).

Let op
Aan een regeling voor de visserijsector en aquacultuur in Europees Nederland wordt nog gewerkt.

  1. Uitstel waterschapsbelasting
    Ondernemers en zzp-ers kunnen vanwege de uitbraak van het coronavirus ook uitstel krijgen voor het betalen van hun waterschapsbelasting. De betaling kan met drie tot zes maanden uitgesteld worden. En invorderingen zijn bij meerdere waterschappen al direct stopgezet. Naast de opschorting van betalingen, is het ook mogelijk betalingsregelingen te treffen. De opgelegde aanslag wordt dan wel betaald, maar gespreid over een langere periode.
  2. Overleggen over toeristenbelasting (Rijk/gemeenten)
    Het kabinet is in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de mogelijkheid om (voorlopige) lokale aanslagen aan ondernemers stop te zetten en al opgelegde aanslagen aan bedrijven in te trekken. Het gaat hierbij in het bijzonder om de toeristenbelasting. Om ondernemers tegemoet te komen, hebben sommige gemeenten de invordering van toeristenbelasting en de aangifte vermakelijkhedenretributie al uitgesteld.
  3. Overleg met cultuursector
    Met de cultuursector is er overleg gaande, of er aangesloten kan worden bij de financiële steunmaatregelen die de overheid heeft getroffen, dan wel of eventuele verbijzondering daarvan nodig is.

Coulancemaatregelen
Het ministerie van OCW treft maatregelen voor instellingen die subsidie ontvangen vanuit de culturele basisinfrastructuur en voor instellingen die meerjarige of projectsubsidies ontvangen van de zes Rijkscultuurfondsen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet terugvorderen van subsidie bij tegenvallende prestaties vanwege deze crisis. Het ministerie is in overleg met gemeenten, provincies en private fondsen om hierbij aan te sluiten.

Specifiek steunpakket
In nauw overleg met de sector onderzoekt het ministerie welke maatregelen additioneel nodig zijn. Zowel op de korte termijn als op de lange termijn, voor de gesubsidieerde, commerciële en hybride sector en voor instellingen en makers. Uitgangspunt is om bestaande structuren en systemen in te zetten, omdat dit de snelheid en eenduidigheid naar de sector bevordert.

Wat kan de ondernemer of het bedrijf zelf doen?
- Kijk eerst of er mogelijkheden zijn om veranderingen in het bedrijf door te voeren. Misschien kunt u producten van andere leveranciers (uit andere landen) betrekken of diensten in een andere regio aanbieden.
- Ook kunt u wellicht geld incasseren door uitstaande facturen te innen. Eventueel kunt u factoring overwegen, een kredietvorm waarbij je relatief snel betaald krijgt. En mogelijk kunt u afspraken maken met schuldeisers over een langere betalingstermijn dan gebruikelijk.
- Bekijk of externe financiering mogelijk is. Informeer daarvoor altijd eerst bij de eigen bank naar de mogelijkheden (bijvoorbeeld rekening courant). Met een zgn. flitskrediet krijgt u weliswaar snel geld op de rekening, maar die snelheid heeft ook zijn prijs.

  1. Versoepeling uitstel van betaling belasting en verlaging boetes
    Om de gevolgen van het coronavirus voor ondernemers te verzachten, neemt de Belastingdienst maatregelen. Bent u ondernemer of zzp’er en heeft u betalingsproblemen door het coronavirus? Dan kunt u, nadat u aangifte hebt gedaan en een aanslag hebt ontvangen, de Belastingdienst vragen om bijzonder uitstel van betaling. De Belastingdienst stopt de invorderingen dan direct. Dit geldt voor de inkomsten-, vennootschaps-, loon- en omzetbelastingen (btw). Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen, hoeven niet te worden betaald. Het is bovendien niet nodig meteen bewijsmateriaal mee te sturen. Daar krijgt de ondernemer langer de tijd voor.

De invorderingsrente die normaal gesproken ingaat na het verstrijken van de betalingstermijn wordt tijdelijk verlaagd van 4% naar bijna 0%. Dit geldt voor alle belastingschulden. Ook het tarief van de belastingrente gaat tijdelijk naar bijna 0%. Deze verlaging zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt.

Hoe vraagt men dit aan?
Stuur daarvoor een brief naar de Belastingdienst. In deze brief vraagt de ondernemer om uitstel van betaling en geeft aan dat hij door de uitbraak van corona in betalingsproblemen is gekomen. Nadat de fiscus het verzoek heeft ontvangen, stoppen zij met invorderingsmaatregelen. De ondernemer krijgt automatisch 3 maanden uitstel van betaling. Een verdere onderbouwing is niet nodig. Een boete voor het niet op tijd betalen van btw of loonheffingen hoeft niet te worden betaald.

Wij hebben voor u een voorbeeldbrief ontwikkeld die is opgenomen aan het einde van deze paragraaf.

Langer uitstel nodig?
Mogelijk is een betalingsuitstel van 3 maanden voor de belastingplichtige te kort. Men kan ook voor een langere periode uitstel aanvragen. De fiscus zal dan vragen om aanvullende informatie aan te leveren, bijvoorbeeld in de vorm van een verklaring van een derde deskundige. De exacte eisen die hieraan worden gesteld zijn op dit moment nog niet bekend.

Op welk moment?
Men kan voor alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonheffingen uitstel aanvragen. Dit betekent dat u uitstel kunt aanvragen nadat u aangifte hebt gedaan en er een aanslag is ontvangen. Voor de heffing van de BTW en loonheffing (aangiftebelastingen) betekent dit dus dat u wel aangifte doet binnen de aangiftetermijn maar er geen afdracht hoeft plaats te vinden. Vervolgens ontvangt de ondernemer na enkele weken een aanslag van de fiscus (met mogelijk een verzuimboete). Vanaf dat moment kan uitstel van betaling worden aangevraagd en zal de boete worden geschrapt.

Deze werkwijze zorgt er dus voor dat u naar verwachting meerdere keren om uitstel van betaling moet verzoeken. Op dit moment voor belastingschulden waarvoor reeds een aanslag is opgelegd. En later iedere keer dat men een nieuwe aanslag ontvangt. Uiteraard is het mogelijk meerdere aanslagen in één verzoek op te nemen op voorwaarde dat deze wel betrekking hebben op dezelfde persoon/ dezelfde onderneming. Dien dus voor de BV en een inkomstenbelastingschuld twee afzonderlijke verzoeken in.

Waar stuurt u het verzoek om uitstel naartoe?
Stuur het verzoek om uitstel met motivering naar:
Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen

Verlaging invorderingsrente en de belastingrente.
Als men een aanslag niet op tijd betaalt, moet normaal gesproken 4% invorderingsrente worden betaald vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Vanaf 23 maart 2020 verlaagt de overheid deze invorderingsrente tijdelijk van 4% naar 0,01%. Dit geldt niet alleen voor een belastingschuld waarvoor bijzonder uitstel van betaling wordt gevraagd, maar voor alle belastingschulden.

Belastingrente wordt in rekening gebracht op het moment dat de fiscus een aanslag te laat kan vaststellen, bijvoorbeeld omdat men niet op tijd of niet voor het juiste bedrag aangifte heeft gedaan. Het tarief van de belastingrente is 8% voor de vennootschapsbelasting en 4% voor andere belastingen. Het tarief van de belastingrente wordt ook tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Dit zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt. De tijdelijke verlaging van het tarief van de belastingrente gaat in vanaf 1 juni 2020, behalve voor de inkomstenbelasting. Voor de inkomstenbelasting gaat de verlaging in vanaf 1 juli 2020.

Ook andere instanties verlenen uitstel van betaling om corona
Onder andere pensioenfondsen, banken, waterschappen en gemeentes verlenen uitstel van betaling aan ondernemers die hun betalingen niet meer kunnen doen aan de betreffende instanties vanwege het coronavirus. Zo krijgen kleinere ondernemingen, met een financiering tot € 2,5 miljoen een half jaar uitstel voor de aflossing van hun lening bij de bank. Voor de groep met hogere leningen volgen later mogelijk nog extra stappen.

4 maanden uitstel
Naast de coronamaatregel waarmee uitstel van betaling kan worden verkregen, blijven ook de reguliere uitstelmogelijkheden van kracht. Een ondernemer kan 4 maanden uitstel krijgen vanaf de uiterste betaaldatum van de aanslag als minimaal wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:

  • U hebt eerder altijd op tijd aangifte gedaan.
  • U hebt niet eerder voor deze aanslag of voor andere openstaande aanslagen uitstel van betaling gekregen vanwege betalingsproblemen of vanwege de verrekening met een belastingteruggaaf.
  • Uw totale openstaande belastingschuld is minder dan € 20.000
  • Hierbij telt niet mee: een belastingschuld waartegen u bezwaar hebt gemaakt en waarvoor u uitstel van betaling hebt gekregen.
  • U hebt geen openstaande aanslagen waarvoor u een dwangbevel hebt gekregen.
  • Het gaat niet om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over 2020 met een datum vóór 1 november 2020.

U kunt alleen kort telefonisch uitstel van betaling krijgen voor een (naheffings)aanslag. Vraag dus pas uitstel van betaling nadat men van de Belastingdienst een naheffingsaanslag heeft ontvangen. U vraagt het uitstel aan bij de BelastingTelefoon: 0800 - 0543.

Let op!

Dit telefonisch uitstel is wellicht eenvoudiger aan te vragen dan het corona-uitstel maar kent wel strengere voorwaarden. Zo kan hiervan geen gebruik worden gemaakt bij een belastingschuld van meer dan € 20.000,-. Ook kan na afloop van de 4 maanden geen nieuwe betalingsregeling worden getroffen voor deze schulden. Zodoende lijkt uitstel op basis van de steunmaatregelen in de regel aantrekkelijker, bijvoorbeeld omdat dit later kan worden verlengd tot zes maanden.

Wij wensen alle ondernemers sterkte in deze tijd. Heeft u vragen over de genomen maatregelen? Laat het ons dan weten.

Bel ons