Uitgangspunt is dat het gebruikelijk loon wordt vastgesteld op het hoogte van de volgende bedragen:
- minimaal 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de meestverdienende werknemer;
- het minimumbedrag is € 45.000 (2019). Alleen in een beperkt aantal uitzonderingssituaties staat de Belastingdienst een lager gebruikelijk loon toe.
Startende onderneming
Als start-up mag u het wettelijk minimumloon nemen als gebruikelijk loon. Voorwaarde is onder meer dat u over een S&O-verklaring beschikt. Als u geen start-up bent, mag u onder voorwaarden tijdelijk uitgaan van een lager loon. Bijvoorbeeld vanwege aanvangsverliezen of lage inkomsten. Het loon mag niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon. De uitzondering geldt voor maximaal 3 jaar. Als u de onderneming vanuit een eenmanszaak inbrengt in de bv, moet deze periode aftrekken van deze 3 jaar.
Uw onderneming maakt verlies
Als uw onderneming zoveel verlies maakt dat de continuïteit in gevaar is, mag u het loon verlagen tot het wettelijk minimum-loon dat past bij het aantal uren dat de aanmerkelijk belang-houder voor u werkt. U mag het loon niet lager vaststellen als de bv:
- incidenteel verlies lijdt;
- de rekeningen nog steeds kan betalen;
- de rekeningen niet kan betalen als gevolg van een oplopende rekeningcourantschuld, uitgekeerd dividend of andere onttrekkingen.
Deeltijd
Als u in deeltijd werkt, zeg twee dagen in de week, moet u nog steeds aannemelijk maken dat een evenredig deel van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer lager is dan € 45.000. Is het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking voor een voltijdsfunctie bijvoorbeeld € 70.000, dan mag u het gebruikelijk loon vaststellen op 2/5 van € 70.000, dat is € 28.000.
Bron: Aan de Orde #1 | 2019
Onze adviseur kan u helpen met een onderbouwd verzoek voor verlaging van het gebruikelijk loon.